Afscheid verzorgingsstaat

“Afscheid van de verzorgingsstaat” gepubliceerd in zorg en Welzijn maart 2010

Via Kanteling naar cultuuromslag.

 

AWBZ

“Stap voor stap moet de zorg terug naar de meest kwetsbaren. Grote veranderingen zijn niet nodig. Wees trots op onze langdurige zorg” zegt Jet Bussemaker staatssecretaris van welzijn volksgezondheid en sport in de volkskrant van 16 februari 2010. En gelijk heeft ze. Een welvarend land als Nederland moet goed zorgen voor de meest kwetsbaren, de chronisch zieken en gehandicapten. Maar duidelijk wordt intussen dat de verzorgingsstaat zoals we die kennen en waar we allemaal deel van uit maken doorgeschoten is en onbetaalbaar is geworden.

Wmo

Vanuit de Rijksoverheid is in 2007 de Wet op de maatschappelijke ondersteuning in werking getreden. In deze wet wordt bepaald dat iedereen volwaardig mee moet kunnen doen in de maatschappij en de gemeenten zijn daarvoor verantwoordelijk geworden. Daarmee heeft de Wmo het karakter gekregen van een “vangnet” voor burgers maar is geen spreke meer van “verzekerd recht”. De afgelopen decennia is het welzijn van de burgers toegenomen maar zowel zorg als welzijn worden door de overheden geregisseerd en gesubsidieerd. Met de komst van de Wmo is de druk op welzijn toegenomen en ook de druk op de subsidiëring van het welzijn door de gemeenten. Zowel burgers als welzijnsorganisaties zijn volledig gericht op de gemeenten. Alle verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenten en dat is wat niet meer van deze tijd. De burger is mondiger geworden en kan prima aangeven welke wensen en behoeften er zijn. Rondom die vraag moeten dienstverleners in staat zijn arrangementen op maat aan te bieden. Kernbegrippen zijn: keuzevrijheid voor burgers, ontwikkeling van nieuwe vormen van dienstverlening, transparantie over kwaliteit, vraagsturing, ketensamenwerking en het aangaan van ondernemersrisico. Hier liggen kansen voor het aangaan van nieuwe ketens en verbindingen met organisaties die eerder niet in dit veld meededen.

 Verantwoordelijkheden

Het is noodzakelijk een andere weg in te slaan om zowel aan de eis van de wet te voldoen dat iedereen mee moet kunnen doen, als het geheel betaalbaar te houden. De verantwoordelijkheden zullen terug moeten worden gelegd waar zij horen, bij de burgers en de welzijns- en zorg instellingen met als regisseur op afstand de gemeente. Er zal een betere verbinding moeten worden gelegd tussen de burgers en de uitvoerende organisaties voor maatwerk en ook voor collectieve oplossingen op lokaal niveau. Dat is een operatie die niet gemakkelijk is maar wel noodzakelijk. Waar nu aanbod het uitgangspunt is zal een verschuiving plaats moeten vinden naar de vraag van de burger. Ook zal een beroep gedaan moeten worden op de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van die zelfde burger. Waar welzijn vaak als een lastige opgave wordt gezien dienen zich nieuwe kansen en ontwikkelingen aan naar aanleiding van de vraag van de burger.

 Van verzorging naar ondersteuning

Het is voor de adviseurs van Conclusion Advies en Management duidelijk dat de gemeenten hulp nodig hebben bij de nieuwe manier van invullen van de welzijnsvraag van hun burgers. In een aantal gemeenten in Nederland is een pilot gaande “De kanteling” deze pilot is gericht op het aanwakkeren van de zelfredzaamheid van burgers. Gemeenten reiken de helpende hand om de burger de overstap te laten maken van de complete verzorgingsstaat naar een gedeelde verantwoordelijkheid. Waarbij participatie het doel is. Bij deze manier van handelen krijgen burgers hun eigen leven weer meer in de hand maar ligt de regie nog bij de gemeente. De andere kant van de zaak is dat ook de ambtenaren leren inzien dat de individuele burger best in staat is om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen bestaan. Wij zien dit als de eerste stap in het proces.

 Durf en vertrouwen

Als “de kanteling” op gang is gekomen zou er volgens nog een tweede stap genomen moeten worden. Gemeenten zouden zich nog verder terug moeten trekken uit het persoonlijke domein van de burgers. Hiervoor is durf en vertouwen nodig zowel van de gemeenten in haar burgers als van de burger in zijn eigen kunnen. Na decennia in de verzorgingsstaat letterlijk verzorgd te zijn door zorg- en welzijnsinstellingen en door de gemeenten is nu de tijd aangebroken om als burger het heft weer in eigen hand te nemen.

Ook de welzijns- en zorginstellingen moeten meer op eigen benen komen te staan en hun deel van de verantwoordelijkheden oppakken.

Deze cultuuromslag gaat niet van de ene op de andere dag en heeft voor gemeenten, welzijnsinstellingen en burgers gevolgen. Met deze omslag moet daarom zorgvuldig worden omgegaan. Omdat ook ambtenaren onderdeel zijn van deze omslag is het voor hen lastig voldoende afstand te houden en deze omslag tot een goed einde te brengen.

Voor grote veranderingen is het houden van afstand en het spiegelen aan de verschillende belanghebbenden belangrijk. Daarom is het goed een externe partij deze omslag te laten begeleiden. Conclusion Advies en Management, zij heeft ervaren adviseurs die  deze cultuuromslag zorgvuldig en grondig kunnen begeleiden. Uitgangspunt hierbij is een cultuuromslag die bij zowel gemeenten als welzijnsinstellingen maar vooral ook bij de burgers uiteindelijk omarmt wordt.

 Ondersteuning

Verder is ook nagedacht over hoe om te gaan met burgers die niet in staat zijn de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Hiervoor is een passende oplossing mogelijk waarbij de gemeenten zich wel terugtrekken maar zorg dragen voor ondersteuning waar dat echt noodzakelijk is.

Regievoering

Als gemeente is het goed mogelijk de regie te voeren op het gebied van de Wmo, welzijn en zorg zonder dat daarvoor een grote inzet van mensen en middelen te doen. Wanneer de verantwoordelijkheden teruggelegd worden waar zij horen. Waarbij nadrukkelijk de regie aan de individuele burger teruggegeven moet worden en de burger het vertrouwen in de eigen kracht terug krijgt en ervaart. Dan zal de rol van de gemeente die van toezichthouder en aanjager zijn niet meer en niet minder. Dan kunnen andere partijen de kans grijpen nieuwe producten te ontwikkelen en antwoord te geven op de vraag van de burger die hulp nodig heeft bij het participeren.

Bijkomstigheid is dat de werkdruk bij gemeenten wordt verminderd en dat er meer en beter inzicht komt in het totale vraagpakket van de burger. Voor welzijnsinstellingen komt er meer inzicht in wat de burger precies aan aanbod nodig heeft. Voor de burgers betekent het dat zij een passend aanbod op hun vraag krijgen maar ook dat zij hun eigen kracht inzetten.

 

Geen grote veranderingen in de AWBZ en de zorg voor de meest kwetsbaren maar wel grote veranderingen op het gebied van de Wmo en het welzijn.

De burger krijgt de regie over het eigen bestaan terug en de welzijnsinstellingen en de gemeenten moeten afleren “plaatsvervangend te denken”.

 

Reactiemogelijkheid is uitgeschakeld, maar trackbacks en pingbacks zijn open.